“Uit de doeken”
In deze diensten, op weg naar Pasen vertelden doeken en textiel het verhaal van Jezus: droogdoeken, handdoeken, theedoeken, lijkwaden, kledingstukken, luiers, zweetdoeken. Ze verbeelden de barmhartigheid van de liefde, zoals Paulus die omschrijft in het beroemde 1 Korintiers 13. De liefde die bescheiden is en verdraagzaam en niet zelfzuchtig en alles verdragend. Zoals die doek die steeds maar weer vuil weghaalt, die er altijd is om iets te bedekken of te verwarmen, om het leven mooier of draag’lijk te maken.
Op Witte Donderdag omgordde Jezus zich met een droogdoek en waste de voeten van zijn vrienden.
Op Goede Vrijdag zal die doek besmeurd raken met bloed, zweet, tranen. Lijkwaden zullen zich over de dode Jezus ontfermen en zaterdag met hem verblijven in de duisternis van het graf. En Paaszondag is de doek voor eeuwig een herinnering die je helpt om verder te gaan. Zoals een kledingstuk van een geliefde dat je nooit zult wegdoen.